Het zeventiende Ondernemersdiner over Deal or no deal
Ondernemen doe je 24/7
Ondernemen doe je niet alleen tussen negen en vijf, ondernemen doe je 24/7. Op het zeventiende Ondernemersdiner dat Peak Value organiseerde, liepen van dat beginsel sprekende voorbeelden rond. Sommige sprekende voorbeelden stonden zelfs op de zeepkist om van dat nooit versagende ondernemerschap te getuigen. Maasbert Schouten zou als hij straks thuiskwam nog zijn e-mail checken en al zou het tot half twee duren om die te beantwoorden, dan deed hij dat.
‘Als ondernemer moet je een rasopportunist zijn, anders kom je er niet,’ hield hij zijn gehoor voor. Kansen houden zich niet aan kantooruren, wilde hij maar zeggen. Maar dat wisten zijn toehoorders natuurlijk ook wel.
Onder hen geboren en getogen Rotterdammer Pim Schmitz, die bij het vorige Ondernemersdiner al zou aanschuiven maar toen verhinderd was omdat hij juist op dat moment als CEO betrokken was bij de verkoop van Talpa aan ITV. De verkoopprijs zou wel eens kunnen oplopen tot 1,1 miljard euro − daar laat je een etentje heus wel voor schieten.
‘Ik werk voor een van de grootste ondernemers van Nederland, John de Mol. Zelf ben ik geen ondernemer, maar ondernemend’ – Pim Schmitz (Talpa)
Overigens zei hij nou juist van zichzelf dat hij géén ondernemer is. ‘Ik werk voor een van de grootste ondernemers van Nederland, John de Mol, maar zelf ben ik geen ondernemer; wel ondernemend.’
De kookstudio van Quartier du Port, waar Sieberen Meerema zich weer voortreffelijk kweet van zijn taak als gastheer, animator en masterchef, had zich toen al gevuld met de heerlijke geuren die zich vanaf ‘de kachel’ (zo noemen chefs het fornuis waaraan zij werken) door de ruimte verspreidden. Niet dat Sieberen al het werk stond te doen: hij deed het alleen maar vóór. Want de bedoeling van het Ondernemersdiner, dit keer met als thema Deal or no deal, is dat de deelnemers zelf aan de slag gaan. Alleen de vorige keer, bij Joelia van Mario Ridder, mochten ze zich laten verwennen.
‘Pak een glas en kom erbij,’ noodde Sieberen de ondernemers die bij binnenkomst allemaal een schort hadden moeten voordoen. Zo was iedereen gelijk. Het enige wat nog verschil maakte, was de kleur van de wijn die men dronk. Dat de groep zich, met die schorten voor, met pannen, messen en ingrediënten die een maaltijd moesten vormen, ietwat onwennig, om niet te zeggen onhandig voordeed, onderstreepte dan weer de grootste gemene deler. Heel veel tijd brachten deze ondernemers thuis niet in hun keuken door, dat lag er dik bovenop.
Maar dat mocht de pret niet drukken. Het Ondernemersdiner is vooral een sociaal iets. ‘Hier heb ik een mooi stuk vlees,’ zei Sieberen Meerema. Hij hield een schaal omhoog waarop bavette lag uitgestald. ‘Dit is zo mooi, dat eet je rauw, als carpaccio, en dan snijden we er niet van die flinterdunne schijfjes van die ze verpakt bij Albert Heijn verkopen, maar stevige plakken. Kijk zo.’ Met een vervaarlijk mes sneed hij een paar stukjes af. Bij een van de weinige vrouwelijke ondernemers die dit diner bijwoonden, wees hij aan waar de bavette zich ongeveer bevindt, maar dan bij de koe. Ook bij de coquilles, de oesters en de gamba’s deed hij voor wat je er, keuken-technisch, mee kon.
’42,4 procent van de bedrijven op dit Ondernemersdiner hebben een exitstrategie. Dat zou 100 procent moeten zijn’ – Marcel Broersma (Peak Value)
Op ondernemers-technisch gebied had Marcel Broersma van Peak Value de genodigden toen al bijgepraat. Zo was de omzet per medewerker bij de bedrijven die op vorige Ondernemersdiners waren vertegenwoordigd, in 2014 € 161.893, die van dit diner bedroeg € 318.696. De totale omzet vertegenwoordigd op vorige diners was gemiddeld € 10.876.513; toen werd een omzet in 2018 voorzien van € 18.900.000, een groei van 73,77 procent. Bij het diner van 23 april was de vertegenwoordigde omzet € 22.225.565 met een voorziene omzet in 2018 van € 31.397.826, een stijging van ‘maar’ 41,27 procent.
Marcel Broersma stelde vast dat 38,92 procent van de bedrijven op vorige diners een exitstrategie had tegen 42,4 procent van de bedrijven die nu aan het Ondernemersdiner deelnamen. ‘We hebben vanavond dus te maken met serieuze bedrijven, maar naar mijn beleving zou het percentage bedrijven met een exitstrategie 100 procent moeten zijn. Maar dat is dan ook mijn stokpaardje.’
Broersma besloot zijn presentatie met de woorden: ‘Maar nu gaan we vooral koken’, waarop een van de omstanders repliceerde: ‘Ik vrees het ergste.’ Dat bleek dus mee te vallen. Na de aansporingen van Sieberen sloegen de ondernemers aan het snijden, bakken en roeren. Ze schepten hun borden vol en gingen ermee aan de gezellig gedekte tafels zitten waarop al flessen rode en witte wijn klaar stonden.
Vanaf de zeepkist, vaste prik op alle Ondernemersdiners, vertelde Pim Schmitz dat hij zijn carrière was begonnen bij ABN Amro en zo in aanraking kwam met John de Mol. Het verhaal sloot perfect aan bij het motto Deal or no deal, want toen De Mol op het punt stond Endemol te verkopen voor één miljard, blies hij de deal op het laatste moment af. ‘Dit voelt niet goed,’ verklaarde De Mol. Zes maanden later verkocht hij Endemol aan het Spaanse Telefonica voor 5,5 miljard.
‘John heeft geen idee hoe groot hij is in het buitenland,’ vertelde Schmitz. ‘Er is niemand in de wereld die een global hit heeft gemaakt, John heeft er drie op zijn naam staan, waarvan The Voice misschien wel de grootste is. In China trok de eerste finale 150 miljoen kijkers. In eerste instantie hadden we de licentie voor een jaar verkocht voor € 300.000, maar toen ik zag hoeveel ze eraan verdienden, zijn we opnieuw gaan onderhandelen. Zo hebben we er nog tien miljoen uitgehaald, ik ging op de schouders. Maar ja, uiteindelijk bleek het alles bij elkaar 300 miljoen waard te zijn…’
‘Ik ben nu 43. Ik heb nu een paar procent van wat ik toen had en toch ben ik niet minder gelukkig’ – Maasbert Schouten (MaasInvest)
Ook toen Maasbert Schouten van MaasInvest de zeepkist had beklommen, rolden de miljoenen door de kookstudio. Op zijn eenentwintigste had hij op zijn zolderkamertje een spaarplan bedacht waarvoor hij inleggers zocht door het telefoonboek van Amsterdam af te bellen. ‘Op mijn top had in duizend man personeel. Ik kreeg toen een bod van 650 miljoen. Zo kwam ik in de Quote, met een veel te laag bedrag, haha. Maar ik had geen vliegtuig, geen tweede huis, daar had ik allemaal geen tijd voor, ook niet voor vakantie. Mijn bedrijf AFAB was hoofdsponsor en zo kocht ik twintig procent van de aandelen, de andere tachtig procent vielen mij in de schoot en toen was ik ineens eigenaar van een voetbalclub. Na lang zoeken heb ik een Georgiër gevonden die Vitesse graag wilde kopen.’
Nadat AFAB in moeilijkheden raakte, maakte Maasbert Schouten een doorstart als investeerder achter de schermen. ‘Ik ben nu 43. Je gaat de relativiteit van geld inzien, je krijgt oog voor de echt belangrijke dingen, je gaat de dingen doen die je leuk vindt. Geld is natuurlijk belangrijk en ik wil mijn zakelijke doelen nastreven, maar je moet een goede balans vinden. Ik heb nu een paar procent van wat ik toen had en toch ben ik niet minder gelukkig.’
Ondernemer Michiel Galema werd aan het einde van de avond ook nog in het zonnetje gezet: zijn FiberCore Europe won de wisselbeker die hoort bij de Peak Groei Award.